Dysarthrie, wat is dat?
Een dysarthrie is een verworven spraakstoornis als gevolg van:
- hersenletsel als gevolg van een beroerte, hersentumor of een ongeval
- progressieve neurologische aandoening zoals A.L.S., M.S., de ziekte van Parkinson
-
dementie
-
bij kinderen met een hersenbeschadiging voor, tijdens of vlak na de geboorte
Spreken is gewoonlijk een geautomatiseerde activiteit: de spierkracht en het samenspel tussen de spieren (coördinatie) die betrokken zijn bij de ademhaling, stemgeving en articulatie zijn dusdanig dat we verstaanbaar kunnen spreken zonder dat we er bij na hoeven te denken.
Door hersenletsel kunnen de spierkracht en/of de afstemming tussen de spieren verstoord zijn, we spreken dan van een dysarthrie.
Enkele verschijnselen die kunnen optreden bij een dysarthrie zijn:
-
Duidelijk spreken gaat minder snel. Wanneer u aan uw vertrouwde spreektempo probeert vast te houden treden versprekingen op, struikelt u over klanken of wordt de articulatie minder nauwkeurig
-
U heeft het gevoel met een ´dikke´ tong te spreken. Bij het articuleren voelen de tongbewegingen logger aan
-
U heeft meer moeite met een of meerdere specifieke klanken of klankcombinaties
-
U spreekt regelmatig te lang door op een adem of moet vaker ademhalen om uw zin af te kunnen maken
-
Roepen en luid spreken kosten veel inspanning
-
De spraak klinkt meer met een neusklank dan voorheen
-
De spraak klinkt monotoner dan voorheen
-
Het spreken wordt bemoeilijkt door een droge mond of juist door te veel speeksel in de mond
Iemand met een dysarthrie moet hierdoor vaak wel nadenken om verstaanbaar te kunnen spreken: het spreektempo, de klemtoon en de intonatie moeten soms bewust worden aangepast.
Als de dysarthrie nog maar kort bestaat en nog per dag verandert, wordt al oefenend onderzocht welke beperkingen er zijn. Een uitgebreid onderzoek bestaat uit:
-
onderzoek van de lichaamshouding
-
onderzoek van de ademing in rust en de adem-stemkoppeling bij spreken
-
onderzoek van de mondmotoriek: de logopedist onderzoekt welke bewegingen kunnen worden uitgevoerd met lippen, tong, wangen, gehemelte, kaken en strottenhoofd
-
onderzoek van het gevoel in en om de mond (sensibiliteit)
-
onderzoek van de articulatie (uitspraak)
De uitgebreidheid van het onderzoek is afhankelijk van de aard van de neurologische aandoening, het moment van onderzoek in relatie tot het ontstaan van de dysarthrie en uw belastbaarheid op het moment van onderzoek.
In de behandeling is aandacht voor zowel de spraakstoornissen als voor de functionele (praktische) beperkingen die deze stoornissen geven.
Er is aandacht voor de uitgangshouding bij het spreken, spreekademing, stemgeving, spreektempo, articulatie, klemtoon en intonatie/melodie. Als u door de dysarthrie beperkt met uw omgeving kunt communiceren, worden ondersteunende communicatiemiddelen aangereikt.